Lessen uit een grensregio

18 augustus 2021

Grenzeloosheid is een van Maastrichts unieke eigenschappen. De stad herbergt de meest internationale universiteit van Nederland en het krioelt er van werknemers en winkelend publiek uit buurlanden België en Duitsland. Maar de pandemie heeft ook vragen opgeroepen over het idee van een Europa zonder grenzen. Sarah Schoenmaekers en Martin Unfried – specialisten op het gebied van respectievelijk Europees recht en Euregionale samenwerking – zoeken naar antwoorden.

“Ik had nooit gedacht dat ik dit zou meemaken.” Op het moment van schrijven zijn de grenzen tussen Sarah Schoenmaekers’ huis in België en haar kantoor op de Universiteit Maastricht nog steeds dicht. De pandemie heeft een paar dikke strepen getrokken door de pan-Europese werkelijkheid van de Euregio Maas-Rijn (ruwweg het gebied rond de zeshoek Hasselt-Heerlen-Maastricht-Aken-Luik-Eupen).
Schoenmaekers en Unfried zijn lid van EMRIC, een netwerk van organisaties en diensten uit naast elkaar gelegen regio’s in België, Duitsland en Nederland. Met steun van een Interreg-subsidie van de Europese commissie werken ze momenteel aan PANDEMRIC, een project rond grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van crisismanagement en openbare aanbestedingen. “Onze grensoverschrijdende governance-systemen doen sommige dingen heel goed,” zegt ze, “maar het bleek dat ze ongeschikt waren voor dit soort crises.”

Geen draaiboek

“Het is begrijpelijk dat landen het heft weer in eigen handen namen en in hun eigen belang handelden,” legt Schoenmaekers uit. “Dit was een extreme noodsituatie, wat betekent dat alle regels niet meer gelden en nationale overheden in het belang van hun eigen land mogen handelen. Vrij verkeer tussen de lidstaten wordt bijvoorbeeld gegarandeerd door de EU, maar als de volksgezondheid in gevaar is kunnen er uitzonderingen worden gemaakt.”

Unfried Schoenmaekers
Unfried Schoenmaekers

Lees ook